Tag archieven: mamahonger

Liefde

Avond. Papa en ik verdelen de taken. Als een geoliede machine doen we elk ons ding. Vanaf het avondmaal tot het slapengaan draait alles om de kinderen. Terwijl de ene bezig is met het badritueel, ruimt de andere de keukentafel af. En legt alvast de kinderkleding klaar voor de volgende dag. Tussendoor worden er tanden gepoetst, neusjes gesnoten, geholpen met aan- of uitkleden, aangespoord tot opruimen of opschieten en boekjes voorgelezen. Routineus.

De jongste van drie-en-een-half steekt al in pijama als ik haar tegenkom in de living. Ze ziet er moe uit. Ik stop en strijk even door haar haartjes. Ze slaat haar armpjes rond mijn been en zegt op zeurderig-vragende toon: “Mammaaah… Ik wil graag…” Haar manier om borstvoeding te vragen, weet ik. Op dat moment kruist papa ons pad. “Slapen!” vult hij op vrij besliste toon aan.

Ons peuterdochtertje is even in de war. Ze staakt haar zin, denkt na en zegt dan een beetje treurig: “water drinken.” Ik kijk haar liefdevol aan, zonder wat te zeggen, en zak door mijn knieën. Sinds enkele weken drinkt ze niet meer dagelijks bij me. Dan krijgt ze een knuffel in plaats van de borst.

Ik zit op mijn hurken en poppemie staat voor me. Ze kijkt me aan. En lijkt te twijfelen. Opeens wordt haar blik dromerig. Ze legt haar armpjes om mijn schouders en vlijt haar gezichtje in mijn hals. Ik pak haar op. En geef zachtjes een kus op haar pas gewassen haartjes. Mijn kleine grote meid.

Stilletjes fluistert ze in mijn oor: “Mama, ik hou van jou…”.

© Borstvoeding Aardig 2021

Opgetinkt

Mijn ruim driejarige peuter heeft een vast avondritueeltje. Vlak voor het slapengaan wil ze borstvoeding. De rest van de dag of nacht vraagt ze niet meer naar de borst. Maar dat slapengaan, dat is haar moment. Een ritueel waaraan ze blijft vasthouden.

Op een avond…

“Mammaah… De borsten zijn op…” zegt mijn dochter teleurgesteld, nadat ze de borst op het einde van de voeding losgelaten heeft.
Ik antwoord: “Ja, schat, dat komt omdat jij groter wordt, hè… Hoe groter jij wordt, hoe minder mamamelk er is.” Ik geef haar liefdevol een kus op haar haartjes en denk bij mezelf: “En over een half jaar is er helemaal niets meer.”

Ze lijkt mijn gedachten te kunnen lezen, want haar blik wordt triest. Ik pak haar wat steviger vast en probeer haar op te beuren: “Maar dan kan je nog wel héél veel knuffels krijgen van mama, hoor.”
Ze kijkt bedenkelijk… “Nee, mama!” en ze legt in kleutertaal het principe van vraag en aanbod uit: “Ik ben nog een beetje kleiner, dan kan ik drinken. Als ik veel drink, is er mamamelk. Ik ben níet groot! Ik drink mamamelk! Er is mamamelk als ik drink!”

Ze denkt even na, twijfelt en zegt mijmerend: “Ik denk… Ik ben al een beetje groter nu. Ik denk… Ik denk dat ik al de mamamelk heb opgetinkt.”

© Borstvoeding Aardig 2021

Batterij

Na twee lange werkdagen, waarbij ik telkens al om 6u de deur uit was en pas na 19u weer thuiskwam, sta ik aan het begin van een vrije middag. Uitslapen tot 8u en in pijama lekker lang ontbijten, dat is genieten!

Maar niet vanochtend… Terwijl ik  de trap afdaal komt het gezeur me al tegemoet. De jongste heeft duidelijk een woelige nacht achter de rug. Ze ziet er alles behalve uitgeslapen uit. De cornflakes die ze voorgeschoteld krijgt, wordt onthaald op een vies gezicht. Ze eist een boterham… met boter! Haar melk stoot ze om, waarna een huilbui volgt. Nog nasnikkend weigert ze even later haar jas aan te doen. Ze wil haar regenboogjas, niet deze! En die laarsjes die papa haalt, die zijn ook niet goed…

Papa zucht en manoeuvreert de oudsten alvast de auto in. Ondertussen zak ik door mijn knieën en ga naast peuterlief op mijn hurken zitten. Ze strekt haar armpjes uit en legt haar hoofdje in mijn hals. Ik geef haar een knuffel en vraag: “Ben je nog een beetje moe?” Ze snikt: “Jahaah… Mammaah?… Ik wil graag mama tinkeh…”

Ik besef dat ze de voorbije 48u hoop en al een tweetal snelle borstslokjes gekregen is. Dus ik laat haar al staand even bij me drinken.

Als papa terug binnenkomt om de jongste op te halen, kruist een vrolijk huppelend peutermeisje hem bij de deur. Ze roept: “Ik ga naar school!” en kruipt enthousiast de auto in. Papa kijkt haar verbaasd na. Hij geeft me een afscheidskus en zegt zachtjes:

“Kids are rechargeable.”

© Borstvoeding Aardig 2021

Tut

Vrijdagnamiddag. De school is bijna uit. Ik loop over de schoolparking en piep even binnen in de peutertuin. Mijn twee dochtertjes lopen er school. Eén mama heeft haar kleine spruit al opgehaald en loopt met hem over de speelplaats. Het kleine ventje ziet er moe uit: “Mammaah, waar is mijn tut? … Ik wil mijn tut … Mammaah?”
Mama is duidelijk een beetje gegeneerd: “Je tut ligt in de auto, schat … Ja, je krijgt je tut … In de auto. Straks! … Hou nu op met zeuren, schat.”

Een kwartiertje later. Ik heb de hele kinderschare bij elkaar geplukt. Ze lummelen wat rond mij. Ook moe, zo te zien… We lopen in de tegenovergestelde richting van daarnet de schoolparking over. Plots roept de jongste: “Hé kijk! Dat is kleine S.!” En ze wijst naar haar vriendinnetje, weggedoken onder een regenzeiltje in een peuterbuggy.
Papa duwt lachend het voertuig: “Dag H.” zegt ie vriendelijk. “Ja, ons S. zal je niet meer horen… Die zit rustig op haar tut te shokken…”

Terug thuis. De kinderen drentelen via de achterdeur de keuken binnen. Onze zoon slentert naar de living, pakt een prentenboek en nestelt zich in de zetel. De oudste dochter gaat op zoek naar kleurtjes en papier. En de jongste komt aan mijn rok hangen: “Mammaah… Pakkeh!” Ze houdt het hoofdje een beetje scheef en zakt wat door haar knietjes, om het dramatisch effect te vergroten: “Mammaah… Pakkeh?! … Mammaah, ik wil op de schoot… Mama tinkeh…”
Dus ik zet me aan de keukentafel, pak de kleine meid op schoot en geef haar de borst.

Peuters zijn universeel.

© Borstvoeding Aardig 2021

Boer

Eindelijk, daar is ie. De trein op perron 3. Laatste etappe van een meer dan twee uur durende treinrit huiswaarts.
Het is iets na vieren. Het uur waarop je maag begint te grollen. De koekjes en het drankje in je tas al lang verorberd zijn. Dat leuke tijdschrift dat je uren tevoren kocht uitgelezen is. Het uur waarop de vermoeidheid begint door te wegen. En je eigenlijk maar één ding wil. Thuis op de bank ploffen. Je hoofd in je lief zijn nek vlijen. De kinderen een dikke ik-heb-je-gemist-knuffel geven. Of dat allemaal tegelijk.

Nog twintig minuten. En dan thuis. De deuren kreunen open. Ik zet mijn hoge hak op de onderste trede. Trek me omhoog de trein in. En kies een kant. Bij het openschuiven van de coupédeur kijk ik in vier gitzwarte kinderoogjes. Een groot paar lachend en zingend, een kleiner paar triest en zeurderig. Twee jaar-en-nog-wat is de jongste, gok ik. De leeftijd van ons kleinste meisje ongeveer. Donkere velletjes, zwarte kroezelkopjes. Schattig. Mama en papa zitten vlakbij. Papa in t-shirt en jeans. Mama met een hoofddoek en traditionele wikkeljurk. Ik knik vriendelijk goeiedag. “Somalië?”, wil ik vragen. Maar ik durf niet. Ze zien er moe uit, allebei. En hebben hun handen vol met de jongste.
Iets na vieren. Het uur waarop ook kleine peutertjes last krijgen van een namiddagdipje…

Ik wandel verder de coupé in, op zoek naar een plekje. Mijn oog valt op twee vrije stoelen achteraan. Als ik neerplof besef ik waarom op die plek niemand zit. De jongeman voor me heeft oortjes in. Boenkeboenke, iepiieep… Beatmuziek. Zucht. Daar gaat mijn rust. Maar ik ben te lui om een ander plaatsje te zoeken. En blijf zitten.

Plots veert de kerel voor me recht. Colablikje in de hand. Pet op het hoofd. Netjes geschoren kin. Zo’n twintig kilo te zwaar, gok ik. Strakke grijze sportshirt aan. Hij wijst naar het huilende kindje en roept: “Kan die kleine zijn muil niet houden?!” En ploft weer neer. “Man man, wat een lawaai. Ik kan er niet meer tegen.”, bromt hij in zichzelf. En boert. Luid. Zonder pardon. Terwijl de muziek uit zijn oortjes een deel van het decor vormen.

Minuten verstrijken. Het huilen houdt aan. De mensen rond me lijken gespannen. Ze wachten af. Of kruipen wat dieper weg achter hun boek of laptop. Iedereen zwijgt. Het kleine treurige meisje doet me aan mijn dochtertje denken. Ik heb de neiging om op te staan. Het kindje op de arm te nemen. Ermee rond te wandelen. Te troosten. “Zou die mama borstvoeding geven?” vraag ik me af.

De jongeman-met-de-oortjes schuifelt zenuwachtig heen en weer. Herhaalt af en toe mompelend “Zwijg toch!” en “Wat een gejank, zeg!” En dan opeens staat hij weer recht. Iedereen houdt zijn adem in. Hij beent naar het Afrikaanse gezinnetje en vraagt dwingend: “Kan je die kleine niet doen zwijgen?! Ik word er niet goed van!”. Hij doet zijn best om kalm te blijven. Maar de vriendelijkheid klinkt toch een beetje gemaakt.
De kerel loopt terug naar zijn zitplaats. Mama en papa beginnen op gedempte toon met elkaar te praten. Ze zijn het ergens niet over eens. Mama pakt haar jongste kindje bij zich, terwijl de discussie oploopt. Op hetzelfde moment gaat het huilen over in een, voor mij, heel bekend geluid. Een zeurderig jammeren, maar gerustgestelder. Het moment waarop een kindje nog niet aan de borst ligt. Maar wel weet dat dat niet lang meer zal duren. “Zou ze….?”, vraag ik me af. Heel even gesmak en de stilte die daarop volgen vertellen me genoeg. “… gonna give nèhnèh! … don’t want trouble!”, hoor ik haar op besliste toon tegen haar man zeggen.

De kerel voor me zucht verlicht. “Zo, dat is beter!”, mompelt hij triomfantelijk. Hij zet zich recht. Neemt een slok van zijn cola. Kijkt rond. Zet het blikje met een besliste tik weer op tafel. En boert. Luid. Vervolgens draait hij de volumeknop van zijn muziek nog wat hoger. En besluit: “Stomme kinderen!”

 © Borstvoeding Aardig 2021

Kindvriendelijk flesvoeding geven

Er zijn voldoende studies verschenen die aantonen dat kunstvoeding nadelen heeft ten opzichte van borstvoeding.
De samenstelling van kunstvoeding tipt nog steeds niet aan het origineel, zijnde moedermelk. En dat lijkt in de eerstkomende jaren niet snel te gaan veranderen. Hoe graag de kunstvoedingsindustrie ons ook anders wil doen geloven…

Afgekolfde melk

Maar ook de manier waarop er (ook door zorgverleners) soms aangeraden wordt om flesvoeding te geven, doet vragen rijzen. Voeden op de klok, waarbij het kindje tussen de voedingen door “tevreden” gehouden wordt met een speentje of afgeleid wordt met een wandeling, spelletje of speelgoedje. Het pogen om jonge babytjes al na enkele weken te programmeren om de nacht door te slapen, alsof het computerprogramma’s betreft en niet minimensjes. En het proberen om die lieve kleine wezentjes zo snel mogelijk op zo weinig mogelijk voedingen te zetten, waarbij dat maagje maar zo vol mogelijk gepropt wordt met melk en aanverwanten… Kindvriendelijk vind ik het niet…

Als je je door omstandigheden genoodzaakt ziet om je kindje fles- of kolfvoeding te geven, doe het dan alstublieft op een kindvriendelijke manier. Een manier die het dichtst aansluit bij de voedingsmethode waarop de mens al miljoenen jaren overleeft, zijnde borstvoeding.

Enkele tips:

  1. Draag het flessenspeentje tijdens het bereiden of opwarmen van de voeding even bij je, onder je shirt, zodat het warm aanvoelt en heerlijk ruikt en smaakt naar mama. De natuur heeft het immers zo voorzien dat mama normaalgezien in de babyvoeding voorziet.
  2. Hou je kindje tijdens het geven van het flesje dicht tegen je aan, met zo veel mogelijk lichaamscontact tussen jou en je baby, zoals je ook zou doen bij het geven van borstvoeding. Je kindje voeden is immers meer dan het doorgeven van voedingstoffen. Het is ook gezellig samenzijn, vertrouwen en geborgenheid geven, troosten, enzovoort. Dat alles bereik je beter als je je kindje heerlijk dicht tegen je aan trekt en voedt in alle intimiteit. Neem dus je tijd voor de voedingen. Maak er meer van dan het louter bevredigen van het hongergevoel bij je kindje.
  3. Wek de zoekreflex op door met het speentje zachtjes over de kaak en de lipjes van je kindje te strelen. Als je kindje spontaan de mond opent en een grote hap neemt, kan je het flesje in zijn mondje steken.
  4. Stop de speen redelijk ver in zijn mondje, tot aan de overgang tussen hard en zacht verhemelte. Dat is de meest natuurlijke manier van drinken voor je kindje. Bij borstvoeding zit de tepel ook ver in het babymondje en neemt het kindje een groot stuk van het tepelhof mee in de mond.
  5. Hou het flesje wat horizontaler, draai de speen vast aan en gebruik een flessenspeen met een klein gaatje. Zo stroomt de melk langzamer. En moet je kleintje moeite doen om melk uit zijn flesje te krijgen. Net zoals hij ook aan de borst zou moeten doen. Hiermee boots je niet alleen de meest natuurlijke manier van drinken na, maar geef je je kindje tevens de kans om zijn zuigbehoefte goed te bevredigen, zodat hij na de voeding geen fopspeen meer nodig heeft. Zeker als je kindje dreigt om boven de maximum hoeveelheid cc’s uit te komen op een etmaal is dit een goede manier om hem tevreden te houden en toch in zijn zuigbehoefte te blijven voorzien.
  6. Voed je kindje op verzoek, dus bij de eerste hongersignalen en stel geen voedingen uit. Kijk dus niet naar de klok om je kindje te voeden, maar kijk naar je kind zelf! Als je je kindje voedt zoals bij borstvoeding (zie punt 4), dan krijgt het ook de kans om zijn zuigbehoefte te bevredigen. Dan zal het geen fopspeentje nodig hebben. En zal het ook niet boven de maximum aantal cc’s voeding per dag komen.
  7. Spreid de voedingen over zowel de dag als de nacht, als je kindje daar behoefte aan heeft. Het is uiterst onnatuurlijk voor een jonge zuigeling om de hele nacht door te slapen. Tot ver boven het jaar is het normaal dat kinderen nog behoefte hebben aan een of meerdere nachtvoedingen. Of je fles- dan wel borstvoeding geeft, staat daar zelfs los van.
  8. Volg je kindje wat de hoeveelheden voeding betreft. Probeer niet om je kindje meer te doen eten dan het aankan. Dwing je kindje niet om zijn flesje tot op de bodem leeg te drinken. Vertrouw erop dat een normaal groeiende en gezonde zuigeling heel goed zelf kan bepalen hoeveel hij nodig heeft. De ene keer zal dat een hele fles zijn, de volgende keer misschien maar de helft. Wij eten of drinken ook niet altijd even veel… Je kindje zelf de hoeveelheden laten bepalen is de meest natuurlijke manier van voeden. Bij borstvoeding weet je immers ook niet exact hoeveel je kindje per keer drinkt en zijn er grote voedingen en tussendoorslokjes bij. Dronk je kindje overdag niet voldoende, geef hem dan de gelegenheid om zijn tekort ’s nachts in te halen. Dat is een normaal voedingspatroon dat vanzelf overgaat, eens je kindje daar klaar voor is.

Opmerking: Geef je live borstvoeding en moet je kindje om de één of andere reden kolfmelk of kunstvoeding krijgen, dan is cupfeeding of voeden met een lepeltje vaak een borstvoedingsvriendelijkere optie dan flesjes.

© Borstvoeding Aardig 2021