Tag archieven: glucosewater

Kort ziekenhuisverblijf en anesthesieadviezen bij het borstgevoede kind

Ik krijg af en toe de vraag hoe het nu eigenlijk zit met anesthesie en vastenperiode bij een baby of peuter die borstvoeding krijgt. Hieronder een overzicht van de algemene richtlijnen indien een kindje borstvoeding krijgt en kortstondig opgenomen wordt op de pediatrie-afdeling van een ziekenhuis.

Verblijf in het ziekenhuis
BabyFriendly Hospital Initiative
Handvest van de rechten van de gehospitaliseerde kinderen
Preoperatieve vastenperiode
Borstvoeding na de operatie
Melkproductie van de moeder
Bronnenmateriaal


Verblijf in het ziekenhuis

In het ziekenhuis dient men een omgeving te creëren die zoveel mogelijk aansluit op de huiselijke situatie. Je kindje wordt als een normaal kind behandeld en jullie als ouders mogen, indien medisch verantwoord, de gewone comfortzorg van thuis verder zetten. Dit zorgt ervoor dat jij en je kindje beter op elkaar reageren en minder angstig zijn. (Melnyk et al 2004)

Voor je kindje zouden tijdens de ziekenhuisopname de voedingen en het voedingspatroon zoveel mogelijk moeten aansluiten bij het patroon van de normale thuissituatie. (Riordan & Wambach 2010/4)

Als je kindje opgenomen wordt in een babyvriendelijke pediatrie-eenheid van het ziekenhuis, zal men normaalgezien met bovenstaande rekening houden. Het Babyfriendly Hospital Initiative van de World Health Organisation en Unicef is een kwaliteitslabel dat toegekend wordt aan ziekenhuizen die inspanningen leveren om de afdeling baby- en borstvoedingsvriendelijk te maken. Karakteristieken van een babyvriendelijke kinderafdeling zijn: (Riordan & Wambach 2010/4)

  1. Het ziekenhuis heeft een borstvoedingsbeleid op papier staan.
  2. Het ziekenhuis traint zijn personeel op borstvoedingsbegeleiding en – interventie. Alle medewerkers dienen hiervoor scholingen te volgen.
  3. Het ziekenhuis verschaft ouders geschreven en mondelinge informatie over de goede eigenschappen van borstvoeding.
  4. Het ziekenhuis geeft de mogelijkheid op ongelimiteerd voeden en stimuleert dus voeden op verzoek.
  5. Het ziekenhuis zorgt voor voorzieningen zodat een moeder kan kolven als de baby niet rechtstreeks aan de borst drinkt: borstkolf, kolfruimte, opslagplaats voor melk, lactatiekundige begeleiding indien gewenst.
  6. Het ziekenhuis geeft borstgevoede kinderen enkel leeftijdsgerelateerde of medisch noodzakelijke bijvoeding.
  7. Het ziekenhuis past alternatieve voedingsmethodes toe die het borstvoedingsbeleid niet in de weg staan, dus geen speentjes of flesjes.
  8. Het ziekenhuis geeft de mogelijkheid op 24u/24u rooming in voor moeder en kind. Moeder en kind worden niet gescheiden, ook niet voor onderzoeken of verpleegkundige of medische handelingen.
  9. Het ziekenhuis zorgt voor maaltijden en tussendoortjes voor de borstvoedende moeder.
  10. Het ziekenhuis zorgt voor een medicatie- en behandelingsschema dat de borstvoeding zo weinig mogelijk in de weg staat.
  11. Het ziekenhuis verschaft informatie over de mogelijkheden van borstvoedingsondersteuning en –begeleiding binnen en buiten het ziekenhuis, zowel tijdens de opname als na ontslag.
  12. Het ziekenhuis controleert dat het geschreven borstvoedingsbeleid effectief en efficiënt in de praktijk uitgevoerd wordt door alle ziekenhuismedewerkers en op alle afdelingen.

Ook het Handvest van de rechten van de gehospitaliseerde kinderen van de European Association for Children in Hospital en Unicef is zo’n kwaliteitslabel. Dit legt echter andere accenten in vergelijking met het Babyfriendly Hospital Initiative:

  1. Kinderen worden niet in een ziekenhuis opgenomen als de zorg die zij nodig hebben thuis, in dagbehandeling of poliklinisch kan worden verleend.
  2. Kinderen hebben het recht hun ouders of verzorgers altijd bij zich te hebben. Ook tijdens onderzoeken, bij verpleegkundige en medische handelingen, bij de voorbereiding en installatie in de operatiekamer en bij het ontwaken uit de verdoving.
  3. Ouders wordt accommodatie en de mogelijkheid tot overnachting naast het kind aangeboden.
  4. Kinderen en ouders hebben recht op informatie. De informatie wordt aangepast aan de leeftijd en het bevattingsvermogen van het kind.
  5. Kinderen en ouders hebben recht op alle informatie die noodzakelijk is voor het geven van toestemming voor onderzoeken, ingrepen en behandelingen.
  6. Kinderen worden in het ziekenhuis gehuisvest en verzorgd samen met kinderen in dezelfde leeftijd- en/of ontwikkelingsfase.
  7. Kinderen hebben recht op mogelijkheden om te spelen, zich te vermaken en onderwijs te genieten al naargelang hun leeftijd en lichamelijke conditie. Kinderen hebben recht op een verblijf in een stimulerende veilige omgeving waar voldoende toezicht is en die berekend is op kinderen van alle leeftijdscategorieën.
  8. Kinderen worden behandeld en verzorgd door medisch, verpleegkundig en ander personeel dat speciaal is opgeleid voor de zorg voor kinderen. Het beschikt over de kennis en de ervaring die nodig zijn om ook aan de emotionele eisen van het kind en het gezin tegemoet te komen.
  9. Kinderen hebben recht op verzorging en behandeling door zoveel mogelijk dezelfde personen, die onderling optimaal samenwerken.
  10. Kinderen hebben het recht met tact en begrip te worden benaderd en behandeld. Hun privacy wordt te allen tijde gerespecteerd.

Vraag dus bij een geplande opname van je kindje of het betreffende ziekenhuis één of beide labels behaald heeft. Op die manier verzeker je je kindje van de meest optimale begeleiding en verzorging.

Preoperatieve vastenperiode

Vooraleer je kindje onder narcose gaat, zal het een tijdje geen voeding mogen krijgen. Dit is om ademhalingsrisico’s ten gevolge van de anesthesie te  vermijden. Deze preoperatieve vastenperiode moet echter zo kort mogelijk gehouden worden.

Voor het bepalen van de duur van de vastenperiode dient men enerzijds rekening te houden met het reduceren van ademhalingsrisico’s ten gevolge van de anesthesie,  maar tegelijkertijd moet men ook het risico op uitdroging en hypoglycemie ten gevolge van het onthouden van voeding vermijden. (Riordan & Wambach 2010/4)

Voor zuigelingen heeft de American Society of Anesthesiologists daarom volgende richtlijnen opgesteld:

  • Heldere vloeistoffen tot 2 uur voor de narcose.
  • Moedermelk tot 4 uur voor de narcose. (Lawrence 2005, Cook-Sather & Litman 2006, Riordan & Wambach 2010/4)
  • Kunstvoeding en lichte maaltijd tot 6 uur voor de narcose.
  • Zware maaltijd tot 8 uur voor de narcose.

Sommige onderzoekers verkorten de preoperatieve borstvoedingsperiode zelfs nog meer en poneren dat  moedermelk tot 3 uur voor narcose de kindvriendelijkste handelswijze is. (Litman et al 1994, Schreiner 1994)

Scheiding van ouders en kindje dient altijd zo kort mogelijk gehouden worden, om stress bij beide te beperken. Je kan je borstgevoede babytje tijdens de preoperatieve vastenperiode troosten met een fopspeentje.  Je kan ook overwegen om je kindje te laten troosten door een andere vertrouwenspersoon van de familie, als je kindje jou te veel associeert met borstvoeding en je kindje niet meer bij je mag drinken. (Riordan & Wambach 2010/4)

Borstvoeding na de operatie

Postoperatief moet de borstvoeding zo snel mogelijk weer opgestart worden, van zodra de arts aangeeft dat orale voeding weer toegelaten is.  Er is geen enkele reden om moedermelk te gaan vervangen door glucosewater of om als eerste voeding glucosewater te geven. (Riordan & Wambach 2010/4) Dat betekent dat zuigelingen vaak al op de uitslaapkamer borstvoeding kunnen genieten. Met kunstvoeding en vaste voeding zal men echter langer moeten wachten.

Borstvoeding dient ook overwogen te worden als pijnreducerend middel na operaties. (Riordan & Wambach 2010/4) Het geven van borstvoeding kan troostend werken voor zowel je kindje als voor jou. Het geruststellende zuigen aan de borst kan de werking van pijnstillende medicatie ondersteunen. Onderzoek heeft immers uitgewezen dat borstvoeding tijdens en na een pijnervaring zorgt voor een verlaging van de hartslag, voor een kortere periode van huilen en voor lagere pijnscores in vergelijking met kinderen die geen borstvoeding kregen onder dezelfde omstandigheden. (Shah et al 2006)

Melkproductie van de moeder

Indien je kindje tijdelijk niet bij jou aan de borst kan drinken, zal je je melk dienen af te kolven. Idealiter minstens even vaak als dat je kindje bij jou zou drinken. Die afgekolfde melk kan aan het kindje gegeven worden wanneer de arts daar de toestemming voor geeft, maar kan ook bewaard worden voor later.


Bronnenmateriaal

Cook-Sather, S.D. and R.S. Litman (2006) “Modern fasting guidelines in children” in Best Prac Res Clin Anaesthesiol 20/3:471-481

Lawrence, R. (2005) “Lactation support when the infant will require general anesthesia: assisting the breastfeeding dyad in remaining content through the preoperative fasting period” in J Hum Lact 21/3:355-357

Litman, R. et al. (1994) “Gastric volume and pH in infants fed clear liquids and breast milk prior to surgery” in Anesth Analg 79:482-485

Melnyk, B. et al. (2004) “Creating opportunities for parent empowerment: program effects on the mental health and coping outcomes of critically ill young children and their mothers” in Pediatrics 113/6:597-607

Riordan, J. and K. Wambach (2010/4) “Breastfeeding and human lactation

Schreiner, M. (1994) “Preoperative and postoperative fasting in children” in Ped Clinics N Amer 4/1:111-120

Shah, P.S. et al. (2006) “Breastfeeding or breast milk for procedural pain in neonatesCochrane Database Syst Rev 3:CD004950

Richtlijnen van de American Society of Anesthesiologists (1999) inzake preoperatief vasten bij zuigelingen

http://www.uzleuven.be/sites/default/files/kindergeneeskunde/kindvriendelijk_ziekenhuis_brochure.pdf (geraadpleegd op 3 april 2012)

© Borstvoeding Aardig 2021