Tag archieven: zwanger

Proficiat!

Een verhaal uit 2007… de geboorte van mijn oudste zoon. Een verhaal voor alle mama’s die geen roze wolk ervaarden bij de geboorte:

“Proficiat, mama, je hebt een zoontje gekregen. Hoe ga je hem noemen?” klinkt ergens vaag een opgewekte mannenstem…

Ik lig op een bed. En hoor in de verte wieltjes piepen. Wandlichten flitsen in traag, maar gelijkmatig tempo aan mijn ogen voorbij. Wazig, veraf… En alles wat ik hoor, klinkt dof. Alsof mijn zintuigen in een grote bol watten steken. Watten die alle klanken dempen, vooraleer mijn oor te bereiken. Het bed waarop ik lig, rijdt. Door een halfduistere gang. Merk ik vaag op.
Vooral één gevoel is heel duidelijk. Overheerst alle andere… PIJN!!!!! Pijn, pijn, pijn… Ik doe mijn mond open om “Arend-Jan” te zeggen, maar krijg maar één zinnetje over mijn lippen: “A… A… Auw… Ik heb pijn…” En zink weer weg in een heerlijk gevoelloos zwart gat…

Recovery
De volgende keer dat ik bij bewustzijn ben, lig ik nog steeds in dat bed. Het staat stil deze keer. Ik lig in een grote, hel verlichte zaal. Alleen. Alle andere bedden zijn leeg. Naast me klinken twee gelijkmatige piepjes. Cijfertjes en grafiekjes op een beeldscherm. Er steken infuzen in mijn arm. En twee verschillende vloeistoffen druppelen traag mijn aders in. “Dit moet de recovery zijn,” schiet door mijn hoofd. “Waar zijn de anderen? Niemand geopereerd vandaag? … Tiens… Oh ja, ’t is weekend. En waarschijnlijk al laat. Ik ben de enige vandaag…”

Ik lig te rillen van de kou. Kan er niet mee ophouden. En die pijn… “Wat is dat toch met mij? Is dat bevallen?… En waar is de verpleging??? … Oh, daar…” Enkele verpleegkundigen, of dokters, whatever, staan over een computerscherm gebogen. Ze kijken niet op of om. Het scherm vangt hun hele aandacht.
Even kijkt er eentje in mijn richting. Shit,… te laat… Hij is alweer geconcentreerd op dat schermpje. Ik wil een deken, heb het ijskoud. En pijnstilling… Geef me alstublieft wat pijnstilling, please…!

“Hé!? Halloooo?!” Ze horen me niet. Er zit een glazen wand tussen de plaats waar ik lig en hun computerlokaaltje. Ik probeer me op te richten. AAAAAAAAUUUUWWWW… Onmogelijk… Arm zwaaien? Hmmm, pijnlijk, maar het lukt.

Ben je wakker?
Na wat een eeuwigheid lijkt, komt er eindelijk iemand naar me toe gelopen. “Zo, ben je wakker?” vraagt diezelfde vriendelijke stem van daarstraks. “Hoe voel je je?”
Wat een vraag… “Niet goed. Ik heb zo’n pijn!!!” Er wordt een derde infuus aangesloten. Nog maar wat extra vloeistof door mijn aderen. En één van de andere twee infuuszakjes is aan vervanging toe.
“Wat is dat allemaal?” vraag ik bibberend. “Deze is vocht, aangesterkt met mineralen enzo. Da’s jouw eten voor de komende uren. Want je zal nog even moeten vasten. De kans op braken is nu nog te groot. En risicovol, met die buikwonde. En in deze hier zit antibiotica. Om te voorkomen dat je een ontsteking krijgt. Je hebt een keizersnede gehad, weet je dat?” Ik antwoord: “Jaja, dat weet ik nog. Mijn zoontje heet Arend-Jan trouwens.”

Er verschijnt een glimlach op smans gezicht: “Zo, die vraag herinner je je dus ook nog. Mooi zo! Je ziet er al een stuk helderder uit dan enkele uren geleden.”
Enkele úren geleden? Huh??? “Euh, hoe laat is het dan nu misschien?” “Het is al na middernacht. Je bent bijna… zes uur geleden mama geworden! Proficiat, hè! Je zoontje is kerngezond. Hij ligt op de couveuze-afdeling. Er wordt daar heel goed voor hem gezorgd. Maak je maar geen zorgen. Heb je ’t koud? Wacht even…” Hij loopt naar een kast en haalt er een grijs deken uit.

Mmmmmmm, lekker, zeg… Een behaaglijke warmte maakt zich langzaam meester van mijn lijf. Het is een verwarmd deken! En heerlijk zacht…
“Hè!?! Niet wegdoezelen! Nu moet je wakker blijven, hoor. Anders moet ik je hier nog veel langer houden. En dat wil je niet, neem ik aan, hè?!?”
Nee, nee, oké, ik doe mijn best. Wakker blijven dus. “Ik ga zo de materniteit bellen. Je lijkt me wel in orde nu. Je kan naar je kamer.”

Naar de kamer
Een half uurtje later verschijnen mijn partner en een vroedvrouw aan mijn voeteneinde. De infusen blijven zitten. De blaassonde ook. Maar al de rest van de controlezooi wordt afgekoppeld. En ik mag naar de kamer.

Tijdens het rijden verergert de pijn weer. “We komen zo voorbij de couveuze-afdeling. Wil je je zoontje even zien?” vraagt de vroedvrouw. “Nee, nee… Ik heb pijn… En ik wil slápen… Hij is daar goed. Laat hem daar maar…” En zwakjes, maar beslist, voeg ik eraan toe: “En ik geef géén borstvoeding!!!” Ik ben bekaf… En om mijn woorden kracht bij te zetten, sluit ik mijn ogen. En doe ze niet meer open. Ik ben het beu. Wil met rust gelaten worden. En slapen… Slapen, slapen, slapen… Want daar heb ik de voorbije drie dagen (of zijn het er ondertussen al vier?) geen kans toe gehad. Met al die weeën, die bekkenmanipulatie, een niet indalend kind en de slechts op een slakkengang vorderende ontsluiting… Pfffff, is dit bevallen??? Dit doe ik écht nooít meer, hoor!!!!

Couveuze
Op de kamer krijg ik nog een shot pijnstilling. En langzaamaan gaat het weer beter. De vroedvrouw verdwijnt al snel. Mijn partner neemt een stoel en gaat naast mijn bed zitten: “Ik heb hem al gezien. Mocht hem even vasthouden. Meneertje weende moord en brand. Niemand kreeg hem stil. Maar toen hij mijn stem hoorde, zweeg ie direct! Hij keek me met grote ogen aan. Alsof hij me herkende…” Hij glimlacht dromerig. En vervolgt: “Hij moet 24u ter observatie in de couveuze blijven. Ze hebben hem suikerwater gegeven.”

Als mijn partner me aankijkt, vang ik iets op wat het midden houdt tussen verdriet en medelijden. Ook hij is doodop: “Ga maar slapen. Ik ga ook naar huis nu. Ik beloof je dat ik hier morgenochtend zo snel mogelijk weer sta!” Ik krijg een kus en sluit mijn ogen. Nog voordat hij de kamer verlaten heeft, ben ik al in een diepe slaap verzonken…

Helder
Ik schrik wakker… “Hé, ik ben helder!” schiet er door mijn hoofd. “Geen watten meer in mijn kop. Wat een opluchting…” Mijn infuzen zijn bijna leeg. Dus ik druk op de rode bel. Bijna onmiddellijk staat er een nachtverpleegkundige voor mijn neus: “Zo, wakker! En? Hoe voel je je nu?” Ze verwisselt vakkundig mijn baxters. “Beter dan daarstraks. Ik kan weer helder denken. Maar ik heb wel keelpijn… Eigenlijk doet alles pijn, van mijn keel tot onder mijn middel. Is dit nu bevallen? En mijn zoontje…” Krop in mijn keel: “Ik wilde hem niet eens zien daarstraks… Ik was moe. Wilde alleen maar slapen. Heb gezegd dat ik geen borstvoeding wilde geven. Maar hij moet binnen het uur drinken! Ik weet waar ik op moet letten. Heb het opgeschreven. Het briefje steekt in mijn tas. Daar, in het voorste vakje… Hoe laat is het nu? Hij zit al keilang zonder eten!”

Ik breek… Tranen met tuiten…

“Rustig, rustig…” De semafoon van de verpleegster biept onophoudelijk. Maar ze zet hem af. Schuift een stoel bij en zet zich naast me: “Meisje toch… Je bent hier gisterenochtend binnengekomen. Met gebroken vliezen en veel bloedverlies. Met vijf mama’s waren jullie om te bevallen die dag… Ze hebben je allemaal ingehaald. Uiteindelijk bleef jij als enige over. Het schoot niet op, hè? Wat ze ook probeerden, je zoontje wilde niet indalen. Je hebt een spoedkeizersnede gehad. Onder narcose. En een hele zware bevalling achter de rug. Logisch dat je alleen maar wilde slapen… Als je wil, loop ik straks even langs de couveuze-afdeling voor je. Dan maak ik een foto van je zoontje. Wil je dat?” Ik knik bevestigend.
“En maak je nu maar geen zorgen over zijn voeding. Je hebt aangegeven dat je niet wilde borstvoeden. Dus hij heeft vast al zijn eerste flesje binnen. Als je wil, kan je starten met kolven…” zegt ze voorzichtig.

Kolven, dat is… Daar heb ik foto’s van gezien. Ik zucht. “Nee…” zeg ik stilletjes. De verpleegster legt een hand op mijn schouder en kijkt me bemoedigend aan: “Die borstvoeding komt morgen of overmorgen ook wel op gang! Probeer nu maar wat te rusten. Je hoeft je echt niet schuldig te voelen! Jullie hebben allebei een nare ervaring achter de rug. En je zoontje heeft nu meer aan een moeder die ook aan zichzelf denkt en probeert om er zo snel mogelijk weer bovenop te komen, dan aan een moeder die zichzelf wegcijfert. En binnen enkele dagen uitgeput op instorten staat. Jij gaat nu weer slapen. Ik zorg voor een polaroidfotootje. En binnen enkele uren, als de nachtploeg wisselt met de ochtendshift, komt je zoontje naar de kamer. En dan kan je rustig beslissen of je hem borstvoeding wil gaan geven of niet.” Ze vertrekt.

Is dat hem?
Een kwartiertje later staat die nachtengel weer naast me. Met twee polaroidfotootjes in de hand: “Twee voor de prijs van één.” lacht ze, “Hij bewoog net eventjes toen ik een foto wilde maken. De tweede is wel gelukt. Hier!” En terwijl ik naar de fotootjes kijk, vervolgt ze enthousiast: “Mooi manneke is het, zeg! Heel schattig! Hij heeft al twee flesjes op. Wil je toch niet…?” Ik zwijg en sluit mijn ogen. “Hij ligt ondertussen in een verwarmd bedje en niet meer in de couveuze. Straks brengen ze hem naar je toe. Gaat het een beetje met je?” Ik knik. Ze sluipt stilletjes de kamer uit.

Die fotootjes… Is dat hem? Komt dát babytje uit mijn buik? Heb ik dit kindje negen maanden bij mij gehad? Gevoeld. Is dit dat… De tranen komen weer op. Is dit moederschap??? … Oh my God…

Doorzichtig bakje
Enkele uren later rolt een vroedvrouw een doorzichtig bakje binnen. Daarin een babytje, ingeduffeld in witte lakens die afsteken tegen zijn donkere haartjes. Mijn zoontje. Neem ik aan. “Hallo! Gefeliciteerd, mama! Hier is hij, Arend-Jan. Jouw zoontje… Hij heeft nog niet gegeten.” zegt ze vriendelijk, “Zullen we…? Borstvoeding?“

Ik zucht. “Nee, geef hem maar een flesje…” Ik heb hoge koorts en voel me veel te zwak om te voeden. Ook zijn ochtendverzorging laat ik aan anderen over. De verpleging verdwijnt weer. Het babybedje zetten ze net buiten mijn armbereik. Zucht…

Ik probeer de knopjes aan de zijkant van mijn bed. Omhoog, omlaag. Dat is het niet. Hmmm, deze? Het voeteneinde gaat omhoog. Zucht… Ik voel me niet goed. Moe. Pijn… Laatste poging. Het hoofdeinde van mijn bed beweegt. Eindelijk. Oef. Met het topje van mijn wijsvinger kan ik net zijn bedrand raken. Ik trek dat doorzichtige bakje naar me toe. Fijn, het kan over mijn grote bed geschoven worden. Makkelijk.

Ik streel voorzichtig dat babywangetje en zeg: “Piep. Dag jongen.” Hij opent zijn oogjes. Wagenwijd. En draait zijn hoofdje naar me toe. Vervolgens begint hij aan mijn vinger te snuffelen. Ik glimlach.
“Oké, Katrien. Dit is jouw zoon! Dit was jóuw keuze! Je hebt hem negen maanden in je buik gedragen. En nu is hij er! En je gaat voor hem zorgen ook! Niet lullen. Geen zelfmedelijden. Doen! Zorgen! Liefhebben! Vanaf nu!” Ik geef mezelf een flinke schop onder mijn kont. Figuurlijk dan toch.

Keuze maken
Tegen de middag geef ik zelf een flesje. Met wat hulp van een vroedvrouw. De ochtend daarop komt er een kordate dame de kamer binnen: “Oké, even duidelijk wezen. Ga je borstvoeding geven? Ja?! Dan beginnen we daar nú aan! Anders geef ik je vandaag een pilletje om de melkproductie te stoppen… Wel? Wat wordt het?” Oei… Euhm… Tja… Borstvoeding dan maar?

“Oké. Mooi!” En haar toon wordt zachter. Ze helpt me met aanleggen. “Hé, wat gek?!” roep ik verwonderd. De kordate dame kijkt bezorgd: “Doet het pijn?” Ik kijk haar aan en zeg: “Nee, pijn doet het niet. Het is gewoon gek. Wat een gek gevoel, dat zuigen…”
“Maar het doet geen pijn, hè?” vraagt ze nog eens. “Nee.” bevestig ik. “Goed! Als er wat is, dan bel je, hè!” En weg is ze…

Mijn zoontje slaapt tijdens de kraamweek ’s nachts niet bij me. Ik ben nog steeds doodop… “Laat hem maar op de couveuzeafdeling slapen. Dan kan ie daar een flesje krijgen. En heb ik rust.”

De derde dag mag ik voor het eerst mijn bed uit… Om enkele uren later in de armen van mijn partner in te storten. Letterlijk. Totaal verzwakt…

Naar huis
Een week later mag ik naar huis. Mijn zoontje zit net 24u zonder kunstvoeding. En heeft urenlang gehuild. Alleen aan de borst is hij stil. Ik vraag mij af hoe ik dat ga doen… Kan amper vijf passen zetten zonder duizelig te worden. “Tja, die borstvoeding. Dat moet nog op gang komen, hè…” was de lakonieke commentaar van de verpleging.

Bij thuiskomst is daar de kraamzorg… Chris heet ze. Ze installeert me in de zetel. Legt mijn zoontje bij me. En samen met mijn man zorgt ze voor alles. Het enige wat ik moet doen, mág doen van hen… is zetelhangen en voeden.

Drie jaar later dronk onze oudste zijn laatste druppel moedermelk… Hij deelde mijn melk toen al een tijdje met twee zusjes. En is gestopt op eigen initiatief.

© Borstvoeding Aardig 2021

Borstvoeding met hobbels

Borstvoeding geven is fijn! Veel moeders genieten van het zelf voeden van hun kindje. Borstvoeding geven is een mooi, logisch en natuurlijk vervolg op zwangerschap en geboorte. Moeders zijn terecht trots als ze hun kindje zien groeien en bloeien op hun melk.

Bij vele moeders verloopt het voeden  van hun kindje(s) als van een leien dakje. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Er zijn ook mama’s die de ene hobbel na de andere moeten overwinnen vooraleer ten volle te kunnen genieten van het geven van borstvoeding. Cruciaal bij borstvoedingsproblemen is het krijgen van de juiste begeleiding en tips! Gaat er iets niet goed, zoek dan hulp! Voor zowat elk borstvoedingsprobleem is er wel een oplossing te vinden.

Nathalie, mama van Chantall en Julia, vertelt hoe haar dramatische eerste kennismaking met borstvoeding evolueerde naar een mooie langvoedervaring, waar moeder en dochter tot op de dag van vandaag nog volop van genieten:

“Borstvoeding altijd proberen” is mijn motto. Maar dochter nummer één dacht daar anders over. Die schreeuwde moord en brand als ze alleen de borst nog maar zag. Dus ben ik braaf aan het kolven gegaan, vingervoeden, en daarna voeden met de fles. Maar mevrouw weigerde nog steeds. En ik had melk genoeg, het liep er gewoon uit. Veel last gehad van stuwing en dergelijke. Maar braaf bleef ik kolven en iedere drie uur voeden. De dag bestond dus uit kolven, fles geven, weer kolven. Niet echt ideaal en geen roze wolk-idee. Daarom na een week of wat het kolven langzaam afgebouwd. Totdat ik rond vier maand zowat geen melk meer af kon kolven. Toen ineens viel het kwartje, mevrouw kon ineens aan de borst drinken. Naar mijn idee te laat, ik ben dus niet doorgegaan.

Bij dochter nummer twee wilde ik het wel weer proberen. Die hapte direct goed in het ziekenhuis en ik voelde me de koning te rijk. Eentje die niet huilt als ze de borst krijgt. Maar helaas ’s nachts ging het al mis, ze wilde niet, huilen, huilen, huilen. En ik wilde niet nog een keer zoveel maanden kolven, dus in goed overleg met mijn man besloten op de fles over te gaan. Kraamzorg was het er helemaal mee eens. “Nee”, groot gelijk gaf ze me. In de loop van de dag werd onze dochter ziek. Op naar het ziekenhuis, met als resultaat streptokok b bacteriële infectie, welke een hersenvliesontsteking en een bloedvergiftiging meenam. En als klap op de vuurpijl nog een herseninfarct er achteraan. Onze wolk klapte wederom uiteen. Dinsdag geboren, woensdag doodziek. Donderdag giga stuwing, de melk spoot eruit. De verpleging wist niets anders te melden dan minder drinken. ’s Nachts tot twee keer toe 100 ml afgekolfd en weggegooid. Andere dag nieuwe verpleegster, die noemde borstvoeding vloeibaar goud en vroeg ons het af te kolven en mee te nemen. Baby ging naar Utrecht, wij er achter aan. En daar werd juist heel erg gestimuleerd om te kolven en borstvoeding te geven. Dat heb ik gedaan. Ook werd de baby vaak aangelegd. Ze was te moe om te drinken, maar mama leerde zo wel de techniek. Kindje mee naar huis. De verloskundige heeft ook nog een boekje over borstvoeding gebracht. En gaandeweg hebben we samen geleerd om borstvoeding te geven. Julia is nu inmiddels een jaar en ik voed nog steeds op verzoek. De levende cellen in de borstvoeding hebben naar mijn idee nog heel wat meegewerkt aan de ontwikkeling van haar hersenen, die aanzienlijk beschadigd waren. Het is nu een heel beweeglijk ding. Ik vind borstvoeding veel makkelijker dan de fles, nooit denken van “Is het wel genoeg? De fles is niet leeg, was het te weinig?” Je weet niet wat ze krijgen en dat stelt mij gerust zolang ze groeit. Je hebt altijd eten mee voor als de kleine honger heeft. Ook in het openbaar voeden: een stil hoekje, laken erover en het hoeft niemand op te vallen. Ik ben blij met deze ervaring en zou iedere moeder willen zeggen gewoon borstvoeding geven. Het is zo veel gemakkelijker!

Ik heb gelukkig nooit last gehad van spruw. Stuwing was me bij de tweede ook onbekend, op die begindag na. Ik heb geen tepelkloven en dergelijke. Een keer een blaartje, maar toen moest ik gewoon iets beter opletten met aanleggen. Nu kan ik zelfs rustig een dag maar twee keer voeden en de andere dag zes keer. Het gaat allemaal en er is altijd genoeg. De typische verhalen die je vaak hoort van vrouwen “Mijn voeding liep terug” geloof ik niet meer. Een rustig genietmoment voor twee als we voeden. Echt een aanrader voor iedereen.

Kennis over borstvoeding is erg belangrijk! Hoe meer je erover weet, hoe meer kans op slagen borstvoeding heeft. Veel borstvoedingsorganisaties, ziekenhuizen, kraaminstellingen, zelfstandige vroedvrouwen, doula’s, lactatiekundigen enzovoort organiseren daarom informatiebijeenkomsten. Op die manier proberen ze de kennis van zwangere vrouwen te vergroten. En ervoor te zorgen dat steeds meer kinderen na de geboorte gevoed worden met moedermelk.

De meest gehoorde uitspraak van zwangere mama’s tijdens zo’n eerste borstvoedingsinfo-avond is volgens mij: “Ik ga borstvoeding proberen.”

Proberen? Wat proberen? Hoe proberen? … Borstvoeding ga je doen! Dat hoef je niet te proberen… Met de juiste tips in het achterhoofd, eventueel aangevuld met degelijke begeleiding, lukt borstvoeding altijd! Onzekerheid is echt nergens voor nodig.

Danielle, mama van prematuur geboren Max en langvoedster, zegt het heel mooi:

Ik had vanmiddag een verjaardagsfeestje en er waren veel kinderen, baby’s en zwangeren. Erg gezellig. Max had honger dus (natuurlijk) legde ik hem aan. Bovendien was hij een beetje overvallen door het lawaai en gespeel van de kindjes, en wilde dus lekker bij mama tutten.

“wat fijn dat het lukt” Kreeg ik te horen. Huh? Lukken? Okee… Op mijn antwoord dat iedere vrouw, op 2% van de wereldbevolking na, wel borstvoeding kon geven, kwamen de verhalen los…

“Jamaar, Truusje van de buren, van de nicht van, van de overkant, mijn kennis, ik, (etcetera etcetera) kan ECHT geen borstvoeding geven, hoor…”
Een zwangere vrouw vond het erg mooi dat ik nog steeds (?) voedde, maar ze zei: “Zoals de andere moeders zeggen, ik hoop maar dat het lukt…”

Het kan. Maar 2% niet. Van de wereldbevoking. AAAHHHHH.

Even voorbijgaand of het nou wel of niet lukt, willen we echt dat zwangere vrouwen zeggen: “Ik hoop dat de borstvoeding gaat lukken?” Dat vrouwen er bij voorbaat al vanuit gaan dat het wel eens niet kan lukken?

Oh, zeker, ik heb ook wel eens momenten gehad dat ik het even niet meer zag zitten. Met een premature zoon, niet kunnen happen, nachtkolven, kolfmelk nageven etcetera. Maar geen moment heb ik gedacht dat ik het niet zou kunnen.
Maar pak een jonge moeder, die voor de geboorte constant van iedereen te  horen heeft gekregen: “Nou, IK kon het niet, hoor!”.  Logisch dat ze dan snel(ler) overstapt op kunstvoeding.

Ikzelf vind dat echt geen goede ontwikkeling. Borstvoedingskennis wordt niet meer overgedragen van moeder op moeder. Oma staat niet meer mee te kijken of je een goede houding hebt. En grootoma met de huis/tuin/keukentips is allang uit beeld.

Misschien wordt het tijd, dat we met z’n allen (of het is gelukt of niet) zwangere vrouwen een (postitief) hart onder de riem steken!!

© Borstvoeding Aardig 2021

Papa en borstvoeding

“Mijn vrouw geeft de borst. Makkelijk voor mij! Hoef ik niks te doen…”

Hmm, dat is niet helemaal waar… De steun van de partner tijdens de ganse borstvoedingsperiode is heel belangrijk! En dat begint al van in de zwangerschap…

Enkele tips voor de papa’s(-in-spe) onder ons:

* Ga met je vrouw mee naar een informatiebijeenkomst over borstvoeding. Weten hoe borstvoeding werkt, helpt om je vrouw te begrijpen en te steunen als ze het even niet meer ziet zitten.

* Toon niet alleen tijdens die informatiebijeenkomst, maar ook daarna nog belangstelling voor het fenomeen van borstvoeden. Zo kan je jullie keuze voor borstvoeding mee verdedigen als je vrouw te maken krijgt met vragen, vooroordelen of fabels als “Wanneer ze gaat stoppen met die borstvoeding”, “Of dat kind ondertussen al niet toe is aan groentjes of fruit”, “Of er nog wel genoeg voedingsstoffen zitten in haar melk”, enzovoort.

* Neem een aantal huishoudelijke karweitjes of de opvang van de oudere kinderen van mama over, als de jongste aan het nachtbraken gaat of in de regeldagen zit. Zodat je vrouw zich alleen maar hoeft bezig te houden met het voeden van het borstekindje.

* Wees begripvol als mama een zware nacht achter de rug heeft en wat korter van stof is dan gewoonlijk.

* Een sterke band met je kindje krijg je niet alleen door het geven van voeding. Neem je kindje vaak bij je, met veel huid-op-huid-contact, draag het bij je in de draagdoek, geef het babymassages, dans en zing met je kleintje, enzovoort.

* De (nacht)voedingen zijn dan wel voor mama, maar knuffelen, badderen, luiers verversen, troosten en entertainen kan even goed door papa gedaan worden.

* Verzorg je vrouw. Geef haar af en toe een extra knuffel of een massage. Of breng haar een kopje thee tijdens het voeden. Een ontspannen mama produceert meer melk en zorgt voor een tevredener kind.

* Waardeer je vrouw. Vertel je vrouw regelmatig dat ze het goed doet. Dat je trots op haar bent. Dat je het fijn vindt dat je jouw kind ziet groeien en bloeien op haar melk.

* De keuze tot het geven van borstvoeding is niet alleen een keuze van de mama. Borstvoeding geven is ook jouw keuze, en een gezinskeuze. Die houding zorgt ervoor dat je vrouw zich niet alleen voelt. En zich gesterkt weet als ze te maken krijgt met familieleden of vrienden die haar keuze tot het geven van de borst in twijfel zouden trekken.

* Voel je je uitgesloten, mis je aandacht, ben je jaloers op de hechte band tussen mama en je kindje of vind je het vreemd dat je de borsten van je vrouw moet delen met je kindje, praat daar dan over met haar. En zoek samen naar oplossingen.

Ervaringsverhaal

De warme steun van mannen in de keuze tot borstvoeding: Mijn venten (Kenniscentrum Borstvoeding)

Mijn vrouw is mijn held, ervaringsverhaal met tips voor papa’s-in-spe (Kenniscentrum Borstvoeding)

Achtergrondinformatie

De rol van vader en grootmoeder bij borstvoeding (Eurolac.net)

© Borstvoeding Aardig 2021