Tag archieven: borstvoeding

Borstcompressie

Wat is borstcompressie?

Borstcompressie is een methode die je kan gebruiken om een baby die telkens in slaap valt aan de borst langer actief te laten drinken. Of wanneer je het kolven wil vergemakkelijken of versnellen.

Bij borstcompressie ga je tijdens het voeden of kolven met je handpalm en je vingers mee drukken op je borst. Zo hou je de melkstroom langer op gang.

Hou met je volle hand de borst vast, zo dicht mogelijk tegen je borstkas aan en ver verwijderd van je tepelhof. Je vingers liggen aan de onderkant en je duim aan de bovenkant van je borst, of omgekeerd. Terwijl je kolft of voedt duw je je duim en vingers naar elkaar toe. Net als bij het knijpen op een knijpbus ketchup of een tube tandpasta. Je drukt je vingers enkel samen en gaat dus niet glijdend knijpen richting je tepel. De druk moet stevig zijn, maar mag niet pijnlijk zijn! Zorg ervoor dat het deel van je borst dat je kindje in de mond neemt niet vervormt door de druk, want dan kan je kindje de borst lossen.

Start met knijpen van zodra je baby niet meer actief drinkt of van zodra de melkstroom in je kolftrechter mindert. Hou deze druk de hele tijd aan. En los je greep pas wanneer je kindje stopt met drinken of wanneer de melkstroom stopt. Op dat moment gaat de melk vaak nog even nastromen. Daarna kan je opnieuw je vingers en duim samenknijpen. Heeft dat geen effect, dan verplaats je je hand een beetje en start weer met knijpen. Blijf dit doen totdat je kleintje de borst lost en verzadigd is of totdat er geen melk meer stroomt bij het kolven.

Wanneer is borstcompressie nuttig?

© Borstvoeding Aardig 2021

Borstvoeding is goed voor het milieu!

  • Moedermelk zit in een natuurlijke (en aantrekkelijke ;-)) verpakking. Perfect herbruikbaar en zonder milieubelasting: borsten. Voor elk kind dat vanaf zijn geboorte kunstvoeding krijgt, wordt zo’n 23kg aan verpakkingsafval verspild: metaalafval van blikken, papierafval van etiketten en drukinkt. Om over het reclamemateriaal dat flesvoedingsfabrikanten nodig hebben voor het aanprijzen van hun waren nog maar te zwijgen…
  • De aanmaak van moedermelk gebeurt volledig milieuvriendelijk, binnen mama’s lijf. Voor kunstvoeding zijn vervuilende fabrieken nodig. En milieubelastende energie, voor de bereiding en het transport ervan.
  • Voor de melk in kunstvoeding, die doorgaans van koemelk wordt gemaakt, moeten er miljoenen koeien gekweekt worden. Koeien, die zorgen voor een enorme uitstoot aan methaangas (wat bijdraagt aan het broeikaseffect). Bovendien zijn koeienmest en -urine erg belastend voor onze rivieren en voor ons grondwater.
  • Als je alle voedingen live geeft aan je kind, hoef je geen energie te verspillen aan koelen en weer opwarmen van moedermelk (of kunstvoeding).
  • Flessen en speentjes zijn gemaakt van plastic, glas, rubber en siliconen. De productie van deze materialen is grondstof-intensief. Bovendien zijn ze vaak niet te recycleren. En vergroten ze dus de afvalberg.
  • Bij borstvoedende moeders komt de hormonale cyclus doorgaans veel later op gang dan bij flesmama’s. Dat bespaart tonnen aan papierafval van maandverband en tampons. Om nog maar te zwijgen van de milieubesparing voor de aanmaak van die tonnen maandverband en tampons.
  • Borstgevoede baby’s verbruiken minder luiers dan flesgevoede baby’s. Moedermelk wordt immers beter en vollediger verteerd dan kunstvoeding. Borstbaby’s produceren dus minder ontlasting.
  • Voor de bereiding en de afwas van kunstvoeding wordt ongeveer één hele emmer aan water gebruikt per dag. Dat betekent dat voor een kunstgevoede baby 36 volle baden aan water verspild worden op een jaar.

© Borstvoeding Aardig 2021

Kritiek? Oor in… Oor uit!

Onze jongste wordt binnenkort zes maanden. Hoog tijd dus om haar naar de onthaalmoeder te laten gaan. Een tweetal dagjes per week. Zo leert ze dat er meer kindjes zijn om mee te spelen, dan haar broer en zus. En kan ze in een veilige en vriendelijke omgeving ontdekken dat het ook leuk kan zijn als mama niet de hele tijd in de buurt blijft.
Er is maar één groot probleem: poppemietje houdt niet van neptieten in haar mond… Ze heeft geen speentje. Nooit gewild. En ook drinken uit een fles is haar ding zo niet. Tja, waarom zou ze ook… Mama is altijd in de buurt. En als je moet kiezen tussen namaak en the real stuff, dan kies je toch voor het echtheidslabel. Niet?

Tja, dat speentje… Daar vindt de onthaalmoeder wel wat op, veronderstel ik. Desnoods geef ik een tutteldoekje mee of zo. Een dagje in mijn decolleté gedragen, vindt de kleine mie het ongetwijfeld heerlijk sabbelmateriaal.
Maar die voedingen? Hmmmm, behalve groentjes en fruit moet ze toch ook wat te drinken krijgen, hè…? En moedermelk is en blijft het komende half jaar nog het hoofdbestanddeel van haar dieet. Op wat bekerbodempjes fruitsap en kruidenthee tussendoor laten we haar niet leven. Dus die melkvoedingen, die ga ik dan toch gewoon live geven? Dat zal wel geen probleem vormen, neem ik aan. Een onthaalmoeder, iemand die de hele dag voor baby’s en peuters zorgt, die is toch sowieso pro borstvoeding. Toch? Niet dus…

‘Jij komt zélf borstvoeding geven??? Krijgt ze dan geen flesjes? En hoe vaak ga jij dan komen voeden op een dag?’

‘Bij het afleveren en dan nog een keertje overdag? Dat betekent dat ik dus de hele dag rekening moet gaan houden met jou…? En dat gaat toch niet, dat live voeden… Als het vakantie is, dan zijn mijn kinderen thuis. Dan zitten die hier allemaal in de living tv te kijken.’

‘Binnenkort zit iedereen hier borstvoeding te geven, zeker? Jij in de living, een andere mama op de slaapkamer, nog eentje op de gang, in de veranda…’

‘Jij gaat dan de hele dag in en uit komen lopen. Het is hier zo al druk genoeg, hoor. En dan moet ik ook nog eens tijd gaan vrijmaken om de deur voor jou open en dicht te doen. Het zou toch veel beter zijn dat je je dochter gewoon uit een flesje leert drinken. In plaats van dat je live komt voeden. Of ik met zo’n bekertje moet werken.’

‘Ja, dat langvoeden… Heb je je oudste dochter, van notabene al twéé jáár, overlaatst moedermelk meegegeven? Want ze moet het niet meer, hoor! Ze spuugde het constant uit!’
‘Ah, dat was volle koemelk. Zeg, hoeveel voedingen geef jij eigenlijk nog op een dag, aan de jongste? Staat ze al niet volledig op groentes en fruit nu? Ze is toch al bijna zes maanden?!?’
‘Om de twéé úúr?!?!?! Hoe hou jij dat vól????’

‘Ach zo, jullie hebben daar geen problemen mee… Maar slaapt ze dan al door? Ons X sliep, toen ze een half jaar was, ook niet goed, hoor. Maar ik heb haar toen elke avond een flesje volle melk gegeven voor het slapengaan. En toen sliep ze opeens wel door! Moet je ook eens proberen!’
‘Tja, ook al wordt het afgeraden beneden het jaar, die volle melk werkte toch, hoor! En over dat live borstvoeding komen geven, dat gaat echt niet, hoor. Ik wil ook mijn privacy.’

Met die laatste zin was het gesprek afgelopen. Die keren dat ik de oudste twee bij het afleveren nog snel een flesje heb gegeven, waren blijkbaar nooit een inbreuk op haar privacy geweest. Nu ik de melk live wilde geven, was het dat ineens wel…

De kinderen worden binnenkort opgevangen in een minicrèche. Waar het personeel heel enthousiast reageert op het feit dat ik de jongste live kom voeden. Gelukkig zijn er dus ook opvangplaatsen waar men niet zo enggeestig en kleinburgerlijk doet over (lang)borstvoeden.

Wij gaan immers nog even door op ons elan. Onze oudste dochter, van net twee, met het smullen van haar dagelijkse flesje afgekolfde ’tinke’. En de jongste dochter, van binnenkort zes maanden, met live borsthangen. Dat kleine poppemietje weet niet beter dan dat die warme zachte mama ook lekker eetbaar is. En in tussentijd met alle kritiek? Oor in… en sneller dan ie erin gegaan is, weer oor uit!

Deze tekst werd oorspronkelijk geschreven  als Verhaal van de Week op de website van het Kenniscentrum Borstvoeding. Op diezelfde website verscheen ook een andere tekst van mijn hand, over de borstvoedingssteun die ik ondervind van de mannen in mijn omgeving: mijn ex-partner, mijn zoontje en mijn vader.

© Borstvoeding Aardig 2021

Van borst naar beker (cupfeeding)

Regelmatig kom ik borstmama’s tegen die ten einde raad zijn: “Ik geef al drie maanden lang met veel plezier borstvoeding. Maar binnenkort moet ik weer aan het werk. Mijn kind zal dan afgekolfde melk krijgen bij de opvang. We hebben al verschillende keren geprobeerd om ons liefje uit een flesje te laten drinken. Maar dat lukt langs geen kanten. Wat nu?”

We kennen het probleem hier, hoor. Met de oudste hebben we hetzelfde meegemaakt. Maak je kind maar eens duidelijk dat een flesje met speen even goed is als live drinken… Zelfs al maak je je kind vanaf newbornleeftijd vertrouwd met het drinken uit een fles, dan nog is de kans groot dat het vroeg of laat zijn of haar snoezige neus ophaalt voor dat nepgedoe. Zo’n plastieken flesje is hard en koud. En een siliconen speen heel gek van smaak en textuur. Daar waar live drinken bij mama lekker knus is. Warm en zacht. Je voelt haar ademhaling, hoort haar geruststellende hartslag, ruikt haar vertrouwde deodorant, proeft haar huid met een lichte zweettoets. En dan zou je opeens aan zo’n neptiet moeten gaan lurken? Die dan ook nog eens door iemand anders gegeven wordt? Én waarvoor je een totaal andere drinktechniek moet gebruiken dan de vertrouwde methode die je al maanden gewend bent? “No way, dude! Geef mij maar the real stuff!”

Als ik een advies mag geven? Begin gewoon niet aan dat flesjesgedoe…! Een kind van een maand of drie kan prima uit een beker leren drinken. De jongste telg hier heeft nog nooit een flesje van dichtbij gezien. Ze krijgt alles live uit de borst. Of uit een beker. Al vanaf haar drie maanden! Doorgaans nemen borstekindjes zo’n beker namelijk veel makkelijker aan dan een flesje…

Cupfeeding

Maar hoe begin je daar dan aan?

Je giet een bodempje melk (indikken hoeft zelfs niet) in een bekertje. Een Foley Cupfeeder of een klein borrelglaasje bijvoorbeeld. Maar met de bewaarpotjes van Avent lukt het ook. Die zijn namelijk buigbaar. Waardoor je de drinkopening even breed kan maken als de mond van je kleine man of vrouw. Laat je kindje lichtjes achterover leunen. En zet de beker tegen zijn of haar lippen. Laat de melk voorzichtig tot aan de lipjes komen. Niet forceren, niet binnengieten. Gewoon tot aan de lipjes laten komen, ook al zijn deze gesloten. Dan ruiken of proeven ze de melk en gaan vanzelf likken aan die beker. Zo likken ze de melk naar binnen.

In het begin duurt het natuurlijk een half uur om een voeding naar binnen te krijgen. En smossen ze erop los ;-) Maar al na enkele dagen (of weken) oefenen gaat het steeds vlotter en vlotter. Op de duur doen ze gewoon hun mond open als ze die beker nog maar aan zien komen. En klokken de hele inhoud naar binnen op een tempo dat vergelijkbaar is met de fles. Zonder dat je hun hele outfit moet gaan verschonen achteraf.

Groot bijkomend voordeel: je hoeft dan enkele maanden (of jaren) later ook geen flesjes meer af te leren. En geen bekers meer aan te leren! Mooi meegenomen, niet? :-)

Proost! :-)

© Borstvoeding Aardig 2021