Je kindje weer aan de borst krijgen, nadat je gestopt of sterk geminderd bent met voeden, is absoluut mogelijk! Zelfs maanden later nog, nadat je stopte met voeden.
Naast je kindje weer aan de borst krijgen, is relactatie ook het (terug) op gang brengen van je melkproductie. Hoe lang het duurt vooraleer de melkaanmaak weer op peil is, hangt van verschillende factoren af:
- Hoe oud je babytje is,
- Hoe lang je je kindje gevoed hebt,
- Hoe lang het geleden is dat je je laatste voeding gegeven hebt,
- Of je kleintje nog “zin” heeft om weer over te schakelen van fles naar borst,
- Of en welke medische oorzaken er zijn die het borstweigeren verklaren,
- De manier van aanleggen en de professionele support die je daarbij krijgt,
- Hoe groot jouw motivatie is,
- Hoeveel steun je krijgt vanuit je omgeving.
Relactatie zal een grote inspanning en veel doorzettingsvermogen van je vragen. Steun van je omgeving is nodig. Om je aan te moedigen als je een dipje hebt. Maar ook gewoon om wat huishoudelijke karweitjes of de zorg voor je andere kindjes tijdelijk van je over te nemen.
Maar waar een wil is is een weg, niet?
Relacteren doe je best in overleg met een lactatiekundige. Maar hieronder enkele tips om je alvast op weg te zetten.
Als je kindje jonger is dan zes maanden
- Maak enkele dagen tijd vrij om je fulltime op die relactatie te storten. Het duurt enkele dagen tot enkele weken voordat de melkproductie weer op gang komt.
- Zorg dat je omgeving je steunt in je keuze om te relacteren, door je bijvoorbeeld (huishoudelijk) werk uit handen te nemen. Relactatie vraagt immers veel tijd en energie van de mama.
- Geef je kindje geen fopspeen of pink meer, maar bied de borst aan als je kindje zuigbehoefte heeft. Je hoeft je kindje niet te dwingen om te drinken. Leg het als troost gewoon op je ontblote bovenlijf en kijk wat het daarvan vindt.
- Neem je kindje zo veel mogelijk bij je, het liefst met veel huidcontact, zodat het aan de borst kan drinken wanneer het dat wil. Ga samen in bad, doe samen de middagdutjes, draag je kleintje veel bij je. En laat daarbij je borst zo veel mogelijk bloot.
- Let op de manier waarop je je kindje vasthoudt en aanlegt tijdens het borstvoeden. Hier tips: https://borstvoeding.aardig.be/borstvoedingstips/aanleggen/
- Bied je kindje elke (één tot) twee uur de borst aan overdag. Drinkt je kindje niet aan de borst, ga dan kolven. Komt er geen melk tijdens het kolven, bespreek dat dan met een lactatiekundige.
- Pas borstcompressie toe als je kindje aan het drinken is.
- Geef droomvoedingen: je kindje half slapend aanleggen. Bijvoorbeeld op het moment dat jij gaat slapen. Of wanneer je wakker wordt ‘s nachts om iets te drinken of even naar het toilet te gaan. Hou je slapende kindje in de gewone voedingshouding vlak bij je blote borst. Dan hapt het vaak op automatische piloot aan. En drinkt een voeding weg, zonder dat het wakker wordt.
- Heeft je kindje nog honger nadat het aan de borst gedronken heeft, voed het dan bij met donormelk, met jouw kolfmelk of met kunstvoeding. Maar doe dat met kleine hoeveelheden, bijvoorbeeld 30-60cc per keer. Geef in ieder geval telkens eerst de borst en ga daarna pas bijvoeden.
Borstvoedingshulpset: de slangetjes onderaan schuif je in het mondhoekje van de baby als die aan de borst ligt, in het flesje doe je moedermelk of kunstvoeding
- Bijvoeden gebeurt het best met een borstvoedingshulpset met moedermelk of met kunstvoeding tijdens het borstvoeden. Of met een kopje na het borstvoeden. Als je besloten hebt om eenmaal te relacteren, dan geef je beter geen flesjes meer!
- Blijf je toch nog een tijdje flesjes geven, geef die dan voortaan in borstvoedingshouding. En hou het flesje horizontaler. Zodat je kindje meer moeite moet doen om er melk uit te krijgen. Net als aan de borst. Je kan ook de dop wat vaster aanschroeven en een kleiner speengaatje proberen. Zo moet je kleintje meer moeite doen om melk uit het flesje te krijgen, net als aan de borst. Hier meer uitleg over flesjes geven op de borstvoedingsmanier: https://borstvoeding.aardig.be/2011/05/kindvriendelijk-flesvoeding-geven/
Je moet verder nog op twee belangrijke dingen letten:
- Let op de manier waarop je je kindje vasthoudt en aanlegt. Door het drinken van een flesje heeft je kleintje zich immers een andere drinktechniek eigen gemaakt. Het moet nu leren om opnieuw aan je borst te drinken. Als je kleintje goed aanligt, kan hij de borst het leegst drinken. En hoe leger de borst is na de voeding, hoe meer melk er daarna aangemaakt zal worden.
- Let erop dat je kindje voldoende vocht krijgt. Je kleintje moet voldoende plasluiers hebben. Minstens vier volle wegwerpluiers of zes kletsnatte katoenen luiers per etmaal. Je kindje mag niet gaan uitdrogen omdat de melkproductie nog niet volledig terug op gang is. Probeer de bijvoeding te beperken, maar zorg er ook voor dat je kindje voldoende binnen krijgt om aan te komen in gewicht. En voldoende vocht binnenkrijgt. In het begin zal je misschien veel moedermelk of kunstvoeding bij moeten geven. Maar na enkele dagen kan je de bijvoeding langzaamaan minderen. Omdat je kindje dan meer en meer van jouw melk zal drinken.
Mag je moedermelk en kunstvoeding met elkaar mengen in één fles? Meer uitleg
Als je kindje ouder is dan zes maanden
Is je kindje het half jaar gepasseerd, dan eet en drinkt het allicht al een heleboel andere dingen dan moedermelk alleen.
- Je volgt de tips van hierboven.
- Daarnaast ga je voor elke maaltijd eerst de borst aanbieden.
- Wil je kindje niet van de borst drinken, dan zal je moeten kolven. Komt er geen melk tijdens het kolven, bespreek dat dan met een lactatiekundige.
- De vaste voeding en andere dranken probeer je te beperken. Hoe ver je gaat in dat beperken, bespreek je eerst met een lactatiekundige.
© Borstvoeding Aardig 2024