Hoe voorkom ik zuigverwarring bij mijn kindje?
Waarom weigert mijn drie maanden oude baby opeens de fles?
Mijn kindje weigert alle melkvoedingen bij de opvang. Wat nu?
Hoe voorkom ik zuigverwarring bij mijn kindje?
Als je je kindje af en toe wil voeden met een flesje, dan doe je dat best niet voordat het vier tot zes weken oud is. Tot die leeftijd geef je alle voedingen live. Lukt het niet om je kindje (volledig) live aan de borst te krijgen, roep dan zeker de hulp in van een lactatiekundige.
Geef je je kindje moedermelk met een flesje, doe dat dan op een manier die het dichtst aansluit bij live borstvoeding geven. Zo heb je de minste kans op zuigverwarring of tepel-speen-verwarring. Meer informatie en tips hierover.
Je kan er ook voor kiezen om je kindje geen flesjes te geven, maar je kolfmelk met een bekertje of lepeltje aan te bieden. Meer informatie en tips over cupfeeding.
Waarom weigert mijn drie maanden oude baby opeens de fles?
De eerste maanden zuigt een kindje instinctief op alles wat er in zijn mondje komt. Rond de drie maanden begint dat te veranderen. En kiest een babytje bewust of het wil drinken van een flesje of niet. Bij sommige kindjes helpt het om vanaf zes weken af en toe eens te oefenen met flesdrinken. Maar dat werkt niet altijd. Zelfs kindjes die altijd vlot van een flesje dronken, kunnen rond drie maanden opeens gaan flesweigeren. Heb je een fervente flesweigeraar in huis, probeer dan onderstaande tips:
Tips bij flesweigeren
- Sommige kindjes weigeren de fles als mama die geeft. Maar aanvaarden wel van iemand anders de fles. Zolang mama maar niet in de buurt is. Want als ze kunnen kiezen tussen een harde, koude fles of een zachte, warme mama, dan is hun keuze snel gemaakt natuurlijk…
- Andere kindjes aanvaarden in het begin net alleen maar de fles van mama. En niet van iemand anders. Is mama niet in de buurt, dan kan de oppas een doekje of shirt met mama’s geur over de schouder leggen. Of draag het speentje eerst een tijdje in je decolleté. Zodat het drinken van een flesje toch nog iets vertrouwds heeft.
- Hou je kindje vast in borstvoedingshouding om het flesje te geven. Net zoals hij bij mama zijn melkje krijgt.
- Of geef het flesje net in een totaal andere houding dan deze die ie gewend is van de borst. Zittend op je schoot bijvoorbeeld, met de rug naar je toe en zijn gezichtje van je weg.
- Laat je kleintje eerst een grote hap nemen vooraleer het flesje te geven. En stop de speen redelijk ver in zijn mondje. Dat is hij ook gewoon van de borst.
- Sommige kleintjes hebben moeite met de snelle melkstroom van een flesje. Hou het flesje dan wat horizontaler, draai de speen wat vaster aan en gebruik een speentje met een kleiner gaatje. Zo stroomt de melk wat langzamer. En moet je kleintje meer moeite doen om melk uit het flesje te krijgen. Net als aan de borst.
- Probeer eens al wandelend, al wiegend of al zingend een flesje te geven.
- Zet een rustgevend muziekje op en dim het licht. In een ontspannen sfeer is het makkelijker om iets nieuw te leren.
- Geef het flesje als je kleintje slaperig is, vlak voor of vlak na het middagdutje. Of ’s avonds voor het slapengaan.
- Leid je kindje af tijdens het drinken. Door met een speelgoedje te zwaaien of geluidjes te maken met een rammelaar. Samen een boekje te lezen, piano te spelen,… Of door een knisperend papiertje of plastiekje of een blinkend zilverpapiertje rond de fles te wikkelen.
- Verwarm het speentje eventjes onder de warme waterkraan.
- Doop het speentje even in wat kolfmelk, om de plastiekgeur en -smaak te verdoezelen.
- Soms is het gewoon de soort fles of speen. En wil je kleintje wel drinken van een ander merk.
- Het kan ook zijn dat je liefje probleem heeft met het materiaal van de speen. Wissel dus eens af tussen silicone en rubber.
- Wees zelf ontspannen. Ga niet oefenen met een flesje als je gespannen bent. En zet geen druk op je kleine ukkepuk. Oefen met het flesje op een moment dat het niet zo erg is als ie het flesje niet pakt. Net als bij de borst, vergt flesdrinken in het begin een beetje oefening. Zowel je kleintje als jijzelf moeten deze nieuwe techniek even onder de knie krijgen. En samen een leuke manier vinden om het drinken van een flesje aangenaam te maken. Dus geef jezelf en je kleine man of mie wat tijd.
- Oefen met een flesje op een moment dat je kindje niet zo hongerig is. Dan is de druk van het “moeten” drinken minder groot. En kan je meer de nadruk leggen op het spelend leren en oefenen.
- Heb begrip voor je kleintje. Als je gewend bent om lekker knus bij mama je melkje te drinken. Zacht, warm, gekoesterd en met die vertrouwde lichaamssmaak en -geur om je heen. Dan is drinken van een harde, koude plastiekfles, bij iemand waar je niet zo vertrouwd mee bent, heel gek. Je liefje moet wennen aan de nieuwe situatie. Dus geef hem wat tijd! Met liefde en veel geduld komt het uiteindelijk allemaal goed!
- Wil je graag gewoon weer de borst geven nadat je oefende met het flesje? Wacht dan een kwartiertje en geef je liefje dan de borst. Na dat kwartiertje legt ie geen link meer tussen dat flesje en de borst achteraf.
- Je hoeft je kleintje eigenlijk niet eens aan te leren om van een flesje te drinken. Je kindje kan ook van een bekertje leren drinken. Vanaf drie maanden ongeveer kan een kindje, met hulp, perfect uit een gewone beker of tuitbeker drinken. Heeft je kindje moeite met de grote doormeter van de beker, probeer dan eens zo’n ouderwets borrelglaasje. En voor die tijd bestaan er speciale cupfeeders om hele kleintjes hun voeding te geven. Wil je je babytje jonger dan drie maanden voeden via cupfeeding, raadpleeg dan een lactatiekundige. Zij kan je daarbij goede tips geven.
Mijn kindje weigert alle melkvoedingen bij de opvang. Wat nu?
Als je kindje echt geen flesje wil, dan kan je de opvang vragen om je kindje elk uur of elk anderhalf uur wat melk in een bekertje aan te bieden. Zo’n 30ml bijvoorbeeld, dus kleine portietjes per keer. Zo krijgt ie toch heel wat vocht binnen, verspreid over de dag.
Eet je kindje al vaste voeding, dan kan je de opvang vragen om wat kolfmelk door de groentjes en het fruit te mengen. In plaats van mineraalwater om het hapje smeuïger te maken, kan men dus jouw melk gaan gebruiken.
Heeft je kindje erg weinig melk gedronken bij de opvang? Dan is de kans groot dat hij die verloren voedingen bij jou zal gaan inhalen op de momenten dat jij weer “beschikbaar” bent. Geef hem daarbij vrij spel. Hoe vaker je overdag en ’s avonds voedt, hoe minder voedingen ie waarschijnlijk ’s nachts zal vragen.
Heeft je kindje overdag niet veel gedronken, dan ga je beter geen tijd tussen de voedingen oprekken. Ook niet als je kindje misschien een paar uur lang elk uur wil drinken. Je bakert je kindje beter niet in, want dat verdoezelt hongersignalen. En ook een speentje geef je liever niet. Door te blijven voeden op verzoek, blijft je melkproductie in stand. En krijgt je kindje de kans om voldoende voeding en vocht in te halen bij jou. Heeft je kindje bij de opvang niet veel gedronken, dan zal ie waarschijnlijk veel gaan inhalen. Een kindje drinkt immers zo’n liter vocht per dag. Geef hem daartoe zeker de kans!
© Borstvoeding Aardig 2024