Waarom weigert mijn kleintje de borst?
Wat moet ik doen bij borstweigeren?
Meer informatie en tips over borstweigeren.
Waarom weigert mijn kleintje de borst?
Onrustig gedrag aan de borst of pertinent borstweigeren kan velerlei oorzaken hebben. Enkele voorbeelden, met handige en concrete tips:
– Je kindje ligt verkeerd aan. En er komt niet voldoende melk. Kijk eens in de “aanleggen”-rubriek voor tips.
– Je kindje heeft een vuile luier. En wil eerst dat ongemak verholpen zien.
– Er zit een boertje dwars. Hou je kindje eventjes rechtop en wrijf even over zijn rugje. Totdat het boertje loskomt. Leg daarna je kleintje weer gewoon aan.
– Je ene borst is leeg gedronken. En je kleintje wil graag de andere borst, omdat ie nog honger heeft. Heb je beide borsten reeds aangeboden, ga dan wisselvoeden. Bied gewoon opnieuw die eerste borst aan. En desnoods daarna ook weer de andere. Blijf wisselvoeden totdat je kleintje tevreden en voldaan is.
– Je kindje is verkouden. En heeft een verstopt neusje. Waardoor hij niet goed kan ademen tijdens het drinken. Of zijn oortjes pijn doen. Spoel het neusje voor de voeding even uit met wat fysiologisch serum. Of met een weinig moedermelk. Moedermelk heeft namelijk een antibacteriële werking. Je kolft even wat af met de hand in een flessendopje. En dan kan je het mooi in het neusje mikken.
– Je hebt last van stuwing of te veel melk. Kijk eens bij de “stuwing”-rubriek voor tips.
– Je hebt last van een productiedaling. Bijvoorbeeld omdat de vaste voeding “te goed” loopt. Of omdat je ziek bent geweest (met hoge koorts, braken, diarree). Kijk eens bij de “melktekort”-rubriek en de “Bijvoeden”-rubriek voor tips. Ben je ernstig ziek geweest, doe het dan even wat rustiger aan. En probeer wat vaker te voeden.
– Je hebt last van een trage toeschietreflex. Waardoor je melk wat langer op zich laat wachten. Probeer eens al wiegend of al wandelend te voeden. Adem uit tijdens het aanleggen en beeld je stromende melkbeken in. Bij elke ademteug laat je niet alleen je adem los, maar visualiseer je ook je stromende melk doorheen je borst richting tepel.
– Je bent gespannen. Bijvoorbeeld omdat je gehaast bent. Of pijn hebt bij het voeden. Die situaties vertragen de toeschietreflex. Probeer te ontspannen vooraleer te gaan voeden. En te genieten van het gezellige samenzijn. En zet dat to do-lijstje even uit je hoofd. Is het voeden pijnlijk, probeer dan te achterhalen waar die pijn vandaan komt: stuwing, kloofjes, een verstopte melkkanaaltje, spruw, aanlegtechniek? Een raadpleeg een lactatiekundige als je de pijn niet opgelost krijgt.
– Je hebt je de laatste keer dat je kleintje goed aan de borst lag, kwaad gemaakt op iemand. Of was in een felle discussie betrokken tijdens het voeden. Je kleintje is geschrokken van je harde stem en gespannen spieren. Hij associeert drinken nu met een onveilig gevoel. En is bang dat je opnieuw uit je sloffen zal schieten. Geef je kleintje wat tijd en dring niets op. Met veel liefde en geduld komt jullie vertrouwensrelatie weer goed!
– Je kindje is een stille hongeraar. En wordt niet goed wakker voor de voedingen. Kijk eens bij de “Aanleggen”-rubriek voor tips. Heb je het vermoeden dat je kindje een stille hongeraar is, raadpleeg dan een lactatiekundige.
– Je kindje neemt bepaalde medicatie die hem suffer of slaperig maakt. Waardoor hij minder zin heeft in de borst.
– Je menstruatie staat op doorbreken. En je lichaamsgeur is lichtjes anders. Je melk smaakt lichtjes anders. Je hebt last van een productiedipje. En/of je toeschietreflex laat wat langer op zich wachten. Van zodra je menstruatie goed doorzet, zou het moeilijk doen aan de borst voorbij moeten zijn. Probeer enkele dagen wat vaker te voeden.
– Je hebt een ander parfum, een andere lichaamscrème of zeep gebruikt. En je kleintje is in de war door de geurverandering.
– Je bent in een vreemde of drukke omgeving. En je kindje is afgeleid. Probeer ergens te gaan zitten waar het rustiger is. Voed met gedempt licht. Of scherm je kindje af van de omgeving. Bijvoorbeeld met een hydrofiele luier of de draagdoek. Kan je je niet terugtrekken op een rustigere plaats, probeer dan eens al wiegend of rondlopend te voeden. Heb je nog oudere zusjes of broertjes rondlopen, vraag dan iemand anders om even op hen te letten. Zodat jij je volledig op de jongste kan concentreren. En jullie je kunnen afzonderen, zonder dat de oudsten alleen achterblijven.
– Je kindje is al wat ouder en heeft het te druk met spelen, zodat goed drinken er vaak niet meer van komt. Doe aan “teddy-tandemen” en laat je kleintje een speelgoedje meenemen aan de borst. Als Pop, Hond, Auto of Beer mee mag aan de borst, stimuleert dat oudere kindjes tot beter drinkgedrag.
– Je bent zwanger. En je melk smaakt anders. Of de melktoevoer is verminderd onder invloed van de zwangerschapshormonen. Kijk eens bij de “gezin”-rubriek voor uitleg en tips.
– Er staan tandjes op doorkomen. Of je kleintje kampt met een beginnende oorontsteking. Probeer rechtop te voeden, zittend op je schoot. Zo is de druk op de oren of tanden minder. En het drinken minder pijnlijk. En ga misschien even langs de huisarts als je je kleintje verdenkt van een beginnende oorontsteking.
– Je kleintje heeft je de laatste keer gebeten in de borst. En jij hebt daar nogal heftig op gereageerd. Nu associeert je liefje het borst drinken met een felle mama. Probeer je liefje gerust te stellen. En probeer eens al wandelend of wiegend te voeden. Of zachtjes te zingen.
– Je kindje heeft ergens pijn. Bijvoorbeeld omdat het zijn sleutelbeentje gebroken heeft bij de bevalling. Of omdat je dreumes of peuter tijdens zijn verkenningstochten op zijn gezichtje of tandjes gevallen is. Probeer eens te voeden in een andere houding en ga langs een kinderarts of de huisarts met je liefje.
– Je kindje heeft last van het KISS-syndroom, een bevallingscomplicatie met verschoven werveltjes. Heb je hiervan een vermoeden, ga dan eens langs de kinderarts om deze medische reden voor borstweigeren uit te sluiten. En breng een bezoekje aan een erkend osteopaat.
– Je kindje heeft een te kort tongriempje. Stap naar een lactatiekundige, kinderarts, stomatoloog of een neus-keel-oor-specialist voor een diagnose. Uitleg over knippen van te kort tongriempje (Kenniscentrum Borstvoeding).
– Je kindje heeft last van spruw. Kijk eens bij de “Spruw”-rubriek voor tips.
– Je kindje heeft net iets nieuws geleerd. Zoals kruipen of lopen. Het vertrouwde borst drinken is minder interessant geworden dan de nieuw aan te leren vaardigheid. Leg je kleintje eens extra aan als het moe is. Dus vlak voor het slapengaan. Of wanneer het nog maar net wakker is. Of geef een nachtvoeding extra. Meer tips in de “Langvoeden”-rubriek.
– Je kindje krijgt regelmatig een fopspeen of afgekolfde melk te drinken uit een flesje. Op dat moment heb je kans op de zogenaamde tepel-speen- of zuigverwarring. Flesjes en een fopspeen vragen immers een andere zuig- en drinktechniek dan live drinken. En flesjes klokken “vlotter” weg dan drinken aan de borst. Gebruik een speen voor pasgeborenen, op stand 1. En hou de fles iets horizontaler, opdat de melk trager gaat stromen. Zo moet je kindje ook bij het drinken van een flesje moeite doen om er melk uit te krijgen. Of laat je kleintje drinken uit een kopje of beker als jij hem niet live kan voeden. Fopspenen gebruik je beter niet als je borstvoeding geeft.
– Je bent weer aan het werk gegaan. En je kleintje heeft last van de veranderde routine. Heb wat geduld met je lieverd. Over enkele dagen hebben jullie allicht een nieuw ritme te pakken. En drinkt je kleintje weer als vanouds bij jou.
– Jullie zijn langere tijd van elkaar gescheiden geweest, bijvoorbeeld door een zakenreis, een langdurig ziekenhuisverblijf of een echtscheidingssituatie. Liefde, vertrouwen en veel huid-op-huid-contact zijn dan de sleutelwoorden. Schakel een lactatiekundige in als je kleintje na enkele dagen nog steeds geen interesse toont voor de borst.
Wat moet ik doen bij borstweigeren?
Algemene tips bij borstweigeren:
- Voed al wandelend of al wiegend. Of probeer eens een schommelstoel of een hangmat uit.
- Zing een rustgevend liedje tijdens het voeden.
- Misschien wil je kleintje wel drinken in een andere voedingshouding.
- Probeer je kleintje eens slapend aan te leggen. Een kindje dat je op de juiste manier in voedhouding vast hebt, vertoont instinctief zoekgedrag.
- Leg je kleintje aan als het moe is. Vlak voor het slapengaan. Of net na het ontwaken.
- Voed op een vaste, prikkelarme plek.
- Ga je kleintje niet dwingen. Bied de borst aan, maar laat je kindje zelf beslissen of het wil drinken of niet.
- Neem je kleintje zo veel mogelijk bij je. Met veel huid-op-huidcontact. Laat je kleintje op je blote borst slapen. Ga samen in bad. Draag hem bij je in de draagdoek.
- Een huilende baby leg je beter niet aan. Troost hem eerst door hem rechtop tussen je (blote) borsten te houden. Als hij gekalmeerd is, zakt hij vanzelf opzij. En gaat snuffelend op zoek naar de borst.
- Geef een voeding extra op de momenten dat je kindje wel bij je wil drinken.
- Bij een oudere baby of dreumes wil de truc van de wandelende slagroomtaartjes wel eens werken. Zorg dat je kindje zoveel mogelijk van je blote borst ziet. Draag bijvoorbeeld een shirt met diepe decolleté. Aan een steeds weer voorbijvliegende slagroomtaart is het moeilijk weerstaan… ;-) Neem je je kindje dan ook nog eens regelmatig op schoot, dan wordt de verleiding nog groter!
- Hou je melkproductie op peil door minstens even vaak te kolven als dat je kleintje tevoren live bij je dronk. Je afgekolfde melk kan je met een lepeltje of met een kopje geven. Of mengen doorheen de groente- of fruitpap.
- Blijf kalm. En vertrouw erop dat het wel goed komt.
Voor meer specifieke tips kijk je best even in het lijstje hierboven.
Meer informatie en tips over borstweigeren
Zuigelingenstaking: overzicht + tips (Kenniscentrum Borstvoeding)
© Borstvoeding Aardig 2024