Een kind gaat soms in de borst bijten als er minder melk komt dan het graag had gehad. Aan het begin van de voeding, voor de toeschietreflex dus. En aan het eind van de voeding, wanneer de melkstroom minder wordt. Heb je dit vooral aan het einde van de voeding, dan kan borstcompressie het bijten helpen voorkomen. Bijt je liefje vooral aan het begin van de voeding, probeer je dan te ontspannen, leg even een warm kersenpitkussentje op je borst vlak voor het voeden en doe aan borstmassage om de toeschietreflex op te wekken.
Soms gaat een kindje ook bijten bij een melktekort, op regeldagen dus. Vaker aanleggen is dan de boodschap. Heb je weer voldoende melk, dan houdt het bijten vanzelf op.
Heb je net last van te veel melk met overvolle, gespannen borsten, dan kan je kindje de tepel gaan afknellen om de melkstroom te minderen. Op die manier wordt die beter hanteerbaar en verslikt ie zich minder. Je kindje even lossen en die eerste krachtige spuitmelk in een doekje laten lopen vooraleer aan te leggen, kan dan een oplossing zijn.
En als je liefje zwaarder wordt in gewicht kan het gaan “hangen” aan de borst. Dan voelt het dat het wegglijdt. En bijt zich, letterlijk, vast in de borst. Je kindje of je arm ondersteunen, met een kussen bijvoorbeeld, en je kleintje dichter tegen je aan trekken kan dan een oplossing zijn.
Bijten gaat vaak samen met het krijgen van tandjes. Het helpt dan al om tussen de voedingen door je liefje iets te geven waar ie wel op mag knabbelen. Een bijtring of een bevroren broodkorstje, een bevroren schijfje komkommer of kwartje appel bijvoorbeeld.
Bij het drinken steekt je tepel helemaal achteraan in je kleintjes mondje. En ligt zijn tong over zijn ondertandjes. Tijdens het drinken kan je kindje dus niet bijten. Vooraleer te bijten, trekt je liefje zijn tong naar achteren. En lost zijn greep op de borst lichtjes, zodat jouw tepel ter hoogte van zijn tandjes komt te liggen. Probeer dat moment te voorzien. En een trucje te vinden om te voorkomen dat er gebeten wordt. Soms helpt een waarschuwend “Niet bijten!” al. Andere kinderen moeten even van de borst gehaald worden. Maar leg je kindje snel daarna zeker terug aan.
In plaats van je kindje van de borst te halen, kan je ook net het omgekeerde gaan doen. Leg je handpalm tegen de rug van je liefje, tussen zijn schouderbladen. En geef extra steun: duw je kindje met je hand of onderarm naar je toe. Op die manier krijgt ie meer borst in zijn mond. En hoe meer borst er in de mond zit, hoe moeilijker het is om te gaan bijten.
Ga niet roepen tegen je kindje, ook al heb je veel pijn. Duidelijk en ernstig elke keer “Neen” zeggen is vaak al voldoende om het bijten snel af te leren.
Trek je kindje ook niet plots van je borst weg, een reflex die je soms hebt bij pijn. Want door je kindje weg te duwen zonder het vacuüm te lossen, kan je tepelkloofjes krijgen. Wil je je kindje van de borst halen, steek dan je pink in zijn mondhoekje om het vacuüm te lossen.
Bijten in de borst gaat meestal snel weer over. Het is dus zeker geen reden om te stoppen met (live) borstvoeden! Heb je een hardnekkig bijtertje, geef je liefje dan tussen de voedingen door iets waar hij wel zijn tanden in mag zetten. Een bijtring bijvoorbeeld.
Gaat het bijten echt niet over? Raadpleeg dan een lactatiekundige.
© Borstvoeding Aardig 2024